Drieluik
Op 3 december komen Pichon en zijn Ensemble Pygmalion naar het Muziekgebouw aan ’t IJ in Amsterdam voor het programma De vaders van Bach, het eerste deel van zijn drieluik De Wegen van Bach, waarmee de dirigent ook door Frankrijk, Spanje en Duitsland toert. Op het programma staan werken van Bachs voorvaderen, waaronder Johann Michael Bachs met Unser leben währet siebenzig Jahre en Johann Christoph Bachs met Herr, wende dich und sie mir gnädig. Maar er staan ook werken van Hieronymus Praetorius (Laudate Dominun a 8 en Magnificat per omnes versus super ut re mi fa sol), Mathhias Weckmann (Es erhub sich ein Streit) en Heinrich Isaac (O Welt, ich muss dich lassen) op het programma.
‘Het idee is om een Odyssee aan het publiek te presenteren,’ zegt Pichon: ‘We willen het publiek in drie afleveringen van De wegen van Bach nieuwe verhalen vertellen over Bach en zijn voorvaderen, zijn leermeesters en zijn belangrijkste inspiratiebronnen. Het is een langdurig project, waaraan we het vorige seizoen begonnen zijn. Toen voerden we in drie avonden de belangrijkste hoofdstukken uit Bachs oratoria uit, waaronder de Johannes Passion en het Weihnachts-Oratorium. Dit seizoen keren we terug naar de wortels van Bach, omdat we willen proberen te begrijpen hoe een genie als Bach überhaupt mogelijk was en wat zijn bronnen waren.'
Bachdynastie
'Het idee is om terug te gaan naar de eerste vaders van Bach. Onder andere door belangrijke werken uit de katholieke eredienst uit te voeren, maar ook door aandacht te besteden aan de voorvaderen uit Bachs eigen familie. De Bachdynastie was zo rijk aan grote componisten. De muzikale stamboom begint met Johannes Bach, organist in Ehrfurt in de vroege 17de eeuw. Dan duiken er verschillende muzikale ooms van Bach op in Erfurt, Schweinfurt, Arnstadt en Eisenach. Velen van hen schreven werkelijk spirituele, diepe, ontroerende en intense muziek. We proberen in elk programma een mooie combinatie te brengen, met ook nog een beetje drama erbij. Het is zeker dat Bach alle stukken die we gaan uitvoeren ook daadwerkelijk kende, want ze komen allemaal uit zijn eigen muziekcollectie. Hij kende al deze muziek van zijn ooms persoonlijk.'
'Van Matthias Weckman weten we niet zeker of zijn muziek ook in de collectie van Bach zat, maar we weten wel dat Bach deze generatie van componisten kende. Toen hij in 1705 op zijn 20ste besloot naar Lübeck te reizen, een voetreis van 400 kilometer, om de befaamde Deens-Duitse componist en organist Dietrich Buxtehude te ontmoeten, wist hij dat hij daar jongere componisten als Matthias Beckman, Christoph Bernard en Nicolaus Bruhns zou ontmoeten die ook bij Buxtehude in de leer waren gegaan. Het gaat dus over al deze echt belangrijke invloeden op Bach, toen hij nog een jonge en ontvankelijke componist was.’
Eigenzinnig
In die tijd was Bach een stoere en eigenzinnige jongeman, die niet van plan was zijn hoofd te buigen voor zijn meerderen en opdrachtgevers. In 1705 gaf het kerkbestuur van Arnstadt, waar Bach werkte als organist, hem toestemming om voor een paar weken op reis te gaan naar Lübeck waar hij Buxtehude wilde horen spelen in de Marienkirche. Bach raakte zo gefascineerd door het spel van Buxtehude dat hij pas drie maanden later terugkeerde naar Arnstadt. Daar kreeg hij, mede vanwege de ‘vreemde klanken’ die hij onder invloed van Buxtehude was gaan produceren, een berisping van het kerkbestuur. Bach weigerde echter zich te verdedigen tegenover een groep bekrompen en conservatieve oude heren. Het conflict liep uiteindelijk met een sisser af, omdat het kerkbestuur besefte dat de jonge en onstuimige Bach wel geniaal orgel speelde, zodat hij het voordeel van de twijfel kreeg.
Toen Bach rond 1708 als organist en concertmeester werkte aan het hof van Wilhelm Ernst von Sacksen-Weimar, die niet bereid was hem tot zijn hofkapelmeester te benoemen, voelde de jonge componist zich niet genoeg gewaardeerd. Bach diende meteen zijn ontslag in toen hij een veel lucratiever aanbod kreeg om hofkapelmeester te worden van de muzikale prins Leopold van Anhalt-Köthen. Dat kwam hem op een verblijf van vier weken in een kerker in Weimar te staan, want de hertog wilde Bach niet laten gaan. Door tussenkomst van prins Leopold en Koning August II, de keurvorst van Saksen, werd hij tenslotte weer vrijgelaten.
Leerscholen
Pichon: ‘We hebben besloten in het tweede deel van onze trilogie Bachs leermeesters te laten horen van net vóór zijn reis naar Lubeck. Als opgroeiende jongeman werd hij naar het gymnasium van Lüneborg gestuurd en daar had hij de kans om de unieke muziekbibliotheek te ontdekken, die onder meer veel Duitse kerkmuziek omvatte. Maar we weten dat er in deze bibliotheek ook Italiaanse muziek bewaard werd, van componisten als Monteverdi, Carissimi en Gabrieli. Voor de eerste keer in zijn leven ontdekte Bach de belangrijke invloed van deze Italiaanse componisten op Duitsland, van Gabrieli tot Carissimi, van wie we werken uitvoeren in aflevering twee, De meesters van Bach. In dat programma laten we ook Duitse componisten horen als Johann Pachelbel, Heinrich Schütz, Andreas Hammerschmidt en Georg Böhm, met de bedoeling een dialoog te creëren tussen Duitse componisten van die tijd, om zo de invloeden te laten horen die echt belangrijk zijn geweest voor de jonge Bach.'
'De invloed van Vivaldi op Bach kwam pas veel later, allereerst via transcripties van zijn werken voor orgel. Bach raakte gefascineerd want hij was enorm leergierig en ik geloof dat hij de droom had om ooit in zijn leven naar Italië te reizen. Maar hij was te arm en hij had bovendien niet de juiste connecties om die reis te kunnen organiseren, terwijl een man als Händel die kans wel had en naar Rome reisde, waar hij zijn carrière begon. De unieke kans voor Bach om meer muziek te kunnen ontdekken was deze bibliotheek in Lüneborg.'
Soli Deo Gloria
'Ik denk dat hij in sommige opzichten niet echt een man van zijn tijd was. Hoewel hij best van het leven genoot – Bach hield van koffie en roken, en hij verwekte twintig kinderen- was hij voor alles een gelovig man. En ook een erudiet en geleerd mens, die zich grondig verdiepte in de Bijbel en de wetenschappen. Zijn religieuze aard heeft vermoedelijk mede zijn keuze bepaald om in Leipzig te blijven, maar we weten dat hij graag meer zou hebben gereisd om ook in Europa erkenning te krijgen. Bach koos er uiteindelijk voor om in Leipzig te blijven en zijn leven te wijden aan onderwijs en het schrijven van gewijde muziek. Dat hij zijn werken ondertekende met Soli Deo Gloria is een belangrijke samenvatting van zijn persoonlijkheid‘.
Foto's Raphaël Pichon: Piergab
Foto's Ensemble Pygmalion: Fred Mortagne